GISwerk

Hans Blomme combineert geschiedenis met kartografie. Meestal dienen kaarten eerder als communicatieve ondersteuning van historisch onderzoek dan als diepgaande geografische analyse. Om over ruimte te communiceren zijn twee-dimensionale tekeningen gemakkelijker. Veel onderzoekers kiezen voor historische kaarten omwille van de publieksvriendelijkheid. Soms resulteert het plotten van fenomenen op een kaart in het zien van verbanden die de start van een nieuwe analyse kunnen vormen.

Van middeleeuwse kaart tot Gent Gemapt

Een voorbeeld van doortanstende geografische analyse is het berekenen van reisafstanden, of het maken van heatmaps en interpoleren van bepaalde fenomenen. Het project STATE - Lordship and the Rise of the State in Western Europe, 1300-1600 onder leiding van Frederik Buylaert, met Jim van der Meulen en Margreet Brandsma, analyseert bijvoorbeeld het percentage middeleeuwse heerlijkheden dat zich op een bepaalde afstand bevindt van grote rivieren. Een ander voorbeeld van geografische analyse is low-cost path analysis waarbij de meest waarschijnlijke locatie van een oude weg of de populatiestroom in een oude stad kan worden bepaald. Daarbij kennen onderzoekers parameters toe aan gebieden (vb. heuvelachtig gebied, moerassig gebied) om een onwaarschijnlijkheidsfactor te berekenen. Gent Gemapt onder leiding van Fien Danniau en ondersteund door ontwikkelaar Frederic Lamsens is dan weer een mooi voorbeeld van een publiekshistorisch project met historische kaarten.

GIS-Tools

De tools die Hans gebruikt om historische kaarten in beeld te brengen hangen af van het project. In een webomgeving gebruiken we bijvoorbeeld Allmaps, maar bij gedrukte publicaties zal QGIS en ArchMAP gebruikt worden. De applicatiekeuze is ook afhankelijk van de beschikbaarheid van rasters of vectoren, of van bestaande databanken. Sommige kaarten zijn beschikbaar als JSON-bestand op een server. In webomgevingen worden JavaScript bibliotheken gebruikt om de front-end vorm te geven.

De ondersteuning die Hans biedt verschilt per project. Zo helpt hij onderzoekers die een kaart willen toevoegen aan hun publicatie, vooral in onderzoek naar middeleeuwse gebieden. In sommige gevallen hebben onderzoekers al voorbeeldgegevens die ze als expert willen samenbrengen. In andere gevallen doet Hans zelf onderzoek naar de administratieve en territoriale grenzen van historische gebieden. Wanneer onderzoek teruggaat op een periode waarin de grenzen onduidelijk zijn, vormt het een uitdaging om de nuances ook cartografisch te communiceren. Om grenzen te trekken moet je je ook ruimtelijk positioneren. Om dat goed te doen moet je kaarten tot op de millimeter uitpluizen en verder bouwen op eerder onderzoek.

Cartografische Projecten

De Canon van Vlaanderen is een groot project met een atlas van de Belgische ruimte van de Romeinse Tijd tot vandaag. Daarbij zijn thematische fenomenen visueel voorgesteld. De Canon van Vlaanderen bestrijkt een gebied van Utrecht tot Metz van noord-naar-zuid, en van Boulogne tot Keulen van west-naar-oost. Lotharingen en de zuidelijke helft van de noordelijke Nederlanden staat er nog op. Geschiedenis omvat tijd en ruimte die in dit project mooi visueel is samengebracht. Dankzij deze geografische voorstelling kan je ook verbanden gaan leggen die je anders niet zou kunnen leggen.

Kaarten die honderden jaren van elkaar kopiëren zonder duidelijke bronvermelding, verschillen fundamenteel van een artikel schrijven vanwege het gebrek aan bronvermelding. Per thema en per kaart heeft Hans voor de Canon van Vlaanderen wel een lijst met bronnen samengesteld. Soms zocht Hans over een kleine heerlijkheid in Limburg een halve dag bronnen op en maakte hij een afweging op basis van verschillende kaarten. Bij het creëren van kaarten gaat het over duizenden afwegingen die onderzoekers of cartografen niet altijd bijhouden. Het document met bronnen voor de kaarten is wel gepubliceerd en telt meer dan 20 pagina’s.

Het Ghent Centre for Digital Humanities heeft vooral aan de interactieve kaarten gewerkt. Vaak toont de website een slider met afbeeldingen, maar Hans heeft vooral gewerkt aan de inhoud omdat de technische kant is uitbesteed aan partner. Binnenkort komt er een update van dit project, er staan een paar nieuwe kaarten klaar ter publicatie.

De meeste projecten waar Hans aan werkt zijn geen grote publieksprojecten of ze zijn eenmalig. Zo heeft Hans voor de Van Eyck tentoonstelling een kaart voorzien die metersgroot is afgeprint. Het meeste van zijn werk komt terecht in gespecialiseerde vakartikels. Hans heeft een dubbele functie als cartograaf van de vakgroep geschiedenis en anderzijds is hij voor het GhentCDH gedetacheerd vanuit de facultaire IT dienst waar hij vooral databank- en websiteondersteuning geeft. De projecten zijn doorgaans tijdelijk en onderzoeksgericht en het resulteert meestal in een kaart of een kaart in een reeks gepubliceerd in een artikel of boek.

GIS-tools geëvalueerd

Wat GIS tools betreft, werkt de oude ArchMAP software beter dan de nieuwe versie van ArchGIS. De nieuwe versie heeft een leukere interface, maar verder is het identiek aan de oude versie. ArchMAP is de commerciële variant, QGIS is de open source versie. Je kan dezelfde gegevens in beide pakketten inladen. QGIS is een aangename omgeving om snel gegevens in aan te passen en te bewerken. Je kan daar sneller een kolom aan je tabel toevoegen, of gegevens berekenen in de atributen tabel. In ArchMAP verloopt het layouten makkelijker, soms is ArchMAP ook performanter voor zwaardere bewerkingen naar Hans zijn gevoel.

Hans beveelt voor onderzoekers QGIS aan. Dat is niet per se gebruiksvriendelijker, maar wel open-source. Daarmee zijn gebruikers dan ook niet afhankelijk van de dure contracten van de instelling, en ze kunnen altijd upgraden omdat ze niet afhankelijk zijn van een licentie. Er is ook een goede Python interface om eigen scripts te schrijven.

Historische Kaarten

Historische bronnen hebben vaak een andere perceptie van ruimtelijkheid ten opzichtte van een bepaalde historische periode. Het fenomeen grens of begrenzing wordt heel expliciet geografisch uitgedrukt in een GIS omgeving, terwijl maatschappelijke fenomenen die we plotten (zoals politieke macht) niet altijd even expliciet zijn. Daarom is Hans zijn achtergrond als historicus essentieel, ook al gebruikt hij een geografische tool. Arceringen kunnen interpretatie weergeven, maar observaties in GIS tools worden wel nauwkeuriger weergeven dan eigenlijk mogelijk in een historische context.

Sommige fenomenen zijn echt moeilijk af te bakenen, of moeilijk te traceren voor bepaalde periodes. Dat is wel een interessante uitdaging. De canon kaarten zou Hans bijvoorbeeld met zijn huidige inzicht iets vager houden, de grensregio’s minder strikt afbakenen. Soms zal de specifieke aflijning interessant zijn, maar soms maak je voor middeleeuwse kaarten gebruik van 18e eeuwse kaarten omdat er geen 14e eeuwse kaarten beschikbaar zijn. Dat zijn dan berekende beslissingen, maar of grenzen eeuwen constant blijven is giswerk.

Kaarten Hergebruiken

Voordat GIS werd gebruikt, werden historische kaarten getekend met de hand of in een tekenprogramma. Het voordeel aan gegevens in GIS invoeren, is dat je aan alle gegevens geografische coördinaten toekent. Als je in een nieuw project grenzen wil hergebruiken, kan je die gewoon importeren. De data zijn zeker herbruikbaar. Doorgaans worden ze ook verbeterd in nieuwe projecten.

Een GIS dataset volgt een universeel formaat en positioneert elementen in de ruimte op een gestandardiseerde manier aan de hand van een bepaald coördinatensysteem. Gegevens kunnen makkelijk geconverteerd worden naar andere coordinatensystemen. Los van de data zijn kaarten ook hergebruikbaar, maar dat hangt wel af van het project. De kaarten van de canon worden zeker hergebruikt. De GIS projecten waar Hans aan werkt zijn niet gedeeld, maar de resultaten ervan wel. Het plan is om de data ooit aan te bieden met grondige bronvermelding.

Het probleem is dat veel datasets die Hans gebruikt bewerkingen zijn van datasets die hij gedownload heeft. Het probleem ligt in het schenden van copyrights van anderen, omdat hij soms begint van een hedendaagse file, gestructureerd op basis van andere data. Op den duur weten onderzoekers niet meer van elke file de exacte herkomst, ook al weet Hans wel min of meer welke bronnen hij gebruikt heeft.

De aandacht voor bronvermelding bij kaarten is een recent fenomeen, al verwachten collega’s het niet voor gebruik in hun artikels. Hans wil geen werk van anderen onterecht claimen. Het delen van data is dus work in progress, en gebeurt voor nu op vraag. Met de nodige bronvermelding kan het in principe om de data te delen.

GIS Features

QGIS en ArchGIS (ArchMAP) hebben beide een Python interface, dus je kan er Python scripts aan toevoegen. Dat is vooral interessant bij recurrente analyses of processing van gegevens. Aangezien Hans nu vooral ad hoc en project per project werkt, heeft hij dit niet veel nodig. De interface gebruiken werkt vaak sneller dan Python scripts schrijven. Het is mogelijk om eigen modules te schrijven en er een formulier voor op te stellen, dus wat dat betreft zijn de customization opties groot.

In tegenstelling tot academische Social Network Analysis (SNA) tools, is GIS als softwarepakket vooral een beheertool die niet ontwikkeld werd voor historici of humane wetenschappers. De software wordt massaal gebruikt door overheden, commerciële bedrijven, maar dus ook door onderzoekers. Als studenten en onderzoekers GIS leren, opent het perspectieven om de tool in te zetten voor onderzoek. Ook in andere contexten is GIS een nuttige vaardigheid.